Rababa | 1-snarige vedel uit Iraq |
Rabab |
Langhalsluit uit Centraal-Azië en Kashmir. Zie ook rebab en rubab 4-snarige, Indiase getokkelde luit met een dubbele klankkast, de ene afgedekt met perkament en de ander met hout. Onder de melodiesnaren door lopen nog een aantal metalen resonantiesnaren, die het geluid verrijken. Het instrument heeft 4 à 5 frets, wordt met een plectrum bespeeld en de klank lijkt op die van de banjo Eenvoudige, 1-snarige vedel uit het noorden van India. Deze rabab heeft een rechthoekige houten klankkast die zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde is bedekt met leer. De hals bestaat uit een rechte stok |
Rabé | een in kwinten gestemde 3-snarige vedel van de Maya uit Mexico en Guatemala |
Rabelito | kleine, 2-snarige vedel van de Maya uit Mexico en Guatemala |
Racket | Een basinstrument waarvan de boring meer dan zes keer op en neer kongaan zodat het instrument zeer laag kon klinken terwijl het vrij kleine afmetingen had; de ranket was 180 cm lang, maar zes maal gebogen, dus maar 30 cm hoog |
Raganella | een soort Italiaans snorrebot, bestaande uit een stok met daaraan bevestigd een ronddraaiend tandwiel aan een touw |
Rai-metsia | Vietnamese bamboe fluit |
Rajao | 5-snarige gitaar uit Portugal. Door vroege zeevaarders naar Indonesië gebracht en daar de voorloper geworden van de krontjong, een instrument dat nu zelf bijna uitgestorven is, en op zijn beurt weer vervangen werd door de 4-snarige ukelele |
Rajnengi bana | primitieve, 2-snarige vedel uit Madhya Pradesh (centraal India) |
Ramkie | primitieve, zelfgemaakte volksgitaar uit Zuid-Afrika. Oorspronkelijk werd de klankkast gemaakt van een, met huid bedekte kalebas, doch tegenwoordig worden daarvoor vaak lege blikken gebruikt |
Rammelaar | gemaakt uit aardewerk en dus zeer broos |
Ranad-ek | Thaise bamboe xylofoon met 21 toetsen en een klankkast in de vorm van een boot |
Ranad-thum | Thaise xylofoon |
Ranasringa | grote, S-vormige koperen hoorn uit India en Nepal. Ze komen met zowel enkele als dubbele bekers voor |
Randador | Ecuadoraanse pansfluit |
Ranket | vreemd dubbelriet renaissance blaasinstrument dat op het eerste gezicht veel weg heeft van een waterpijp. Binnenin, doch onzichtbaar voor het oog, bevindt zich een lang, opgevouwen luchtkanaal zodat een zeer diepe klank wordt verkregen. De ranket wordt door een roerpijp aangeblazen |
Rantang | Balinese bamboe xylofoon, waarbij hele bamboesegmenten van verschillende lengte en dikte - ieder met zijn eigen vaste toonhoogte - in een frame zijn gehangen. De rantang wordt met twee vilten of rubberen hamers bespeeld |
Rapai | tamboerijn van geitenhuid uit Aceh ( Noord-Sumatra ) |
Raspa | Cubaanse kalebas met inkepingen, die met een houten stokje worden geschraapt. De kalebas verschaft het instrument zijn eigen resonator |
Ratel | De ratel is een getand wieltje dat door een slinger in beweging wordt gebracht. Bij het draaien komen er tegen elke tand één of meer stukjes buigzaam hout. |
Ravanhatho | 2-snarige vedel uit Rajastan en Gujarat ( West-India ). De klankkast is gemaakt van een halve kokosnoot en met huid afgedekt. De hals bestaat uit een 60 cm. lange bamboe stok. Eén van de melodiesnaren is van paardenhaar gemaakt, terwijl de ander van staal is. Soms is het instrument toegerust met 12 resonantiesnaren. De strijkstok is een simpele stok met paardenhaar, waaraan kleine belletjes ( ghungurus ) zijn bevestigd die tijdens het spelen mee rinkelen |
Rayong | Balinese gongketels, zie ook ryong en reong |
Rebab |
langhalsluit uit Centraal-Azië met 2 tot 7 melodiesnaren van geitendarm en 3 tot 15 metalen resonantiesnaren, die met een plectrum worden getokkeld. De kleine bolvormige klankkast is bedekt met pythonhuid en het instrument is erg populair in Afghanistan, Tadzjikistan en Sinkiang, ook bekend onder de naam rubab en rabab Arabische vedel met 2 snaren, komt voor van Marokko tot in Indonesië, waar het deel is gaan uitmaken van het gamelanorkest. De klankkast van deze houten vedel is 15 cm. lang en met huid bedekt en de strijkstok is gemaakt van paardenhaar, doch in tegenstelling tot westerse strijkstokken is het haar nooit strak bespannen Kasjmiri langhalsluit met 6 darmsnaren en 17 resonantiesnaren. Deze Kashmiri variant van dit met een plectrum getokkelde instrument werd zon 4 eeuwen geleden vanuit Afghanistan in Kashmir verspreidt en werd op zijn beurt weer de voorloper van de Noordindiase sarod |
Rebana | heel grote Malay drum van de Ubi-Besar uit Sarawak |
Rebec |
Bulgaarse vedel, identiek aan de gadulka Primitieve, 1-snarige spikevedel uit Syrië en Iraq 4-snarige middeleeuwse vedel met een kleine peervormige romp met een rond achterblad, gemaakt van een enkel stuk hout. De hals was kort, de stemschroeven zaten aan de zijkant van de krul en vaak had de rebec een decoratief klankga. Het was een hele kleine viool, dat makkelijk in de zak kon worden meegedragen. Het was zeer geliefd bij dansmeesters en daarom wordt het instrument ook wel een dansmeesterviooltje genoemd. |
Rebolo | Braziliaanse cilindertrommel, iets groter en dieper dan de repique de mão |
Reco-reco | Braziliaanse bamboestok met ingekerfde gleuven. Het instrument wordt geschraapt met een klein stokje. Er bestaan tegenwoordig ook moderne, metalen uitvoeringen van dit instrument |
Renda | grote opgehangen trommel uit Tibet |
Reong | set bestaande uit 12 Balinese gongketels, die door vier mannen wordt bespeeld. Zie ook ryong |
Repicador | kleine Panamese handtrommel die tussen de knieën geklemd wordt bespeeld |
Repinique | Braziliaanse trommel met een hoge, heldere toon. De repinique wordt veel gebruikt in sambagroepen waar het door de leider gebruikt wordt om de verschillende breaks aan te geven. Het instrument wordt zowel van hout als van aluminium gemaakt |
Repique de mão | éénvellige middelgrote houten trommel uit Brazilië |
Reshoto | zeer ondiepe Russische lijsttrommel met metalen rinkelschijven. De reshoto wordt vastgehouden aan een handvat en bespeeld met de vingers of met een stok |
Rewab | 5-snarige luit uit Centraal-Azië |
Rietcontrabas | Een ophicleïde met een riet of als een tuba met kleppen van een saxofoon |
Rihe | bamboe pansfluit van de Solomon Eilanden |
Rika | tamboerijn gebruikt in de Taarab-muziek van Tanzania en Zanzibar |
Rikaloo | Servische natuurhoorn, gemaakt van lindeboombast |
Rinchik | kleine Balinese, op een standaard gemonteerde, bekkens, die van boven worden aangeslagen met de bekkens die de speler in zijn handen houdt |
Rinini | vedel uit Baltistan |
Riq | tamboerijnachtige lijsttrom uit Egypte. De riq heeft 5 paar metalen schellen en is populair in de hele Arabische wereld |
Rgya-kling | Tibetaanse shenai van zon 60 cm. lengte, maar met een koperen beker en verfraaid met koperen ringen tussen de vingergaten |
Rkan-dung | primitieve zilveren Mongoolse trompet |
Rkan-ling | rijk versierde koperen hoorn uit Tibet |
Roede | De roede is een takkenbosje of een stokje waaraan staaldraadjes zitten, waarmee op de rand van een trom wordt geslagen |
Roepfluitje |
Oorspronkelijk een fluitje waarmee de Romeinen op jacht gingen om dieren te lokken. Het is gemaakt van het uiteinde van een vleugelbot van een arend. Wordt ook gebruikt om militairen mee te drillen. |
Roertrom | Is een hogere trom met ongeveer dezelfde doorsnede als de kleine trom, maar zonder snaren. |
Romo | Tibetaanse bekkens |
Roneat-ek | Cambodjaanse xylofoon met 21 bamboe klankstaven, opgehangen over een decoratieve, wiegvormige resonator. De roneat-ek is identiek aan de Thaise ranad-ek |
Rote | Angelsaksische lier uit de vroege middeleeuwen. De rote had 6 snaren die werden getokkeld, en het gehele instrument was uit een stuk hout gesneden. |
Rothphone | Een variant op de sarrusofoon, ontworpen door Ferdinando Roth. De enige vernieuwing zat 'm in de naam: de rothphone was niets anders dan een sarrusofoon in de vorm van een saxofoon. De rotphone wordt ook wel saxorusophone genoemd. Deze benaming geeft ook al een beetje aan dat het instrument een combinatie van een sarrusofoon en een saxofoon was. |
Ru-an | platte, Chinese langhalsluit met 3 snaren en een diepe, tromvormige klankkast |
Rubab |
2-snarige Uzbeekse vedel. Andere benaming voor de rebab en rabab |
Rubeba | 2-snarig kwint gestemd strijkinstrument. Qua vorm en stemming verwant aan de Arabische rebab-al-mughanni |
Ruharaga | Ruandese trommel |
Rumkula | 3-snarige bascello uit Sicilië |
Russische fagot | Serpent, waarbij de buis van het instrument omgebogen werd tot de vorm van een V. De beide delen van de omgebogen buis helemaal tegen elkaar aan, net als bij een fagot. Het instrument was voornamelijk van hout en had soms een drakenkop als beker |
Ryong | set van 12 Balinese gongketels die door vier mannen wordt bespeeld. Zie ook reong |
Kent u nog
een instrument dat hier niet bijstaat?
Mail dan even de naam van het instrument en de uitleg naar info@hoorn.be |