Parafrase | Instrumentale fantasie over een bepaald thema |
Parallelle beweging | Toonhoogten van twee of meer stemmen bewegen zich in dezelfde richting. |
parlando | Sprekend zingen |
Partij | Muziek voor een speciale stem of instrument |
Partita | Italiaanse aanduiding voor de suite |
Partituur | De schriftelijke vastlegging van alle muzikale lijnen in een muziekstuk. In de partituur worden alle noten van de gelijktijdig klinkende instumenten van het orkest en stemmen van de zangers onder elkaar weergegeven. De partituur geeft zo een exacte indruk van het verloop van de muziek. Voor de dirigent is de partituur onontbeerlijk bij de voorbereiding van de uitvoering |
Pas de deux | Een dans voor twee mensen, meestal een man en een vrouw |
Passacaglie | Dans in driekwartsmaat, veel toegepast in de Barok |
Passepied | Snelle Franse dans in een driedelige maat |
Passie | Oratorium waarin de tekst gaat over het leidensverhaal van Christus. Wordt meestal uitgevoerd rond pasen. Bijvoorbeeld de Matheuspassie van J.S. Bach. |
Passiemuziek | Muziek, gebaseerd op het lijdensverhaal van Christus. Vaak uitgevoerd in de vorm van een cantate of een oratorium |
passio | Het lijdensverhaal van Christus volgens een van de vier evangelies. De vier passieverhalen worden gezongen of gelezen tijdens de Goede Week |
Pasticcio | Opera die wordt samengesteld uit arias, ensembles en instrumentale stukken uit verschillende bestaande operas of andere muziekstukken van een of meerdere componisten |
Pastorale | Muziek met een landelijk karakter |
Pater Noster |
Het gebed des Heren, het zogenaamde Onze Vader |
Pavane | Statige dans uit Italië en Spanje, uitgevoerd in tweedelige maatsoort en meestal gevolgd door een snelle nadans |
Pedaal |
Klavier van een orgel dat met de voeten wordt bespeeld Deel van een piano dat met de voeten wordt gebruikt. |
Pentatoniek | Toonsysteem waarbij het octaaf is verdeeld in vijf toontrappen |
Percussie | Slagwerk |
Pes | Bestaat uit twee noten: een lagere en een hogere. De laagste wordt altijd eerst gezongen |
Pibrochs | Oud-Schotse doedelzakmelodieën |
Plagale
modus |
De lage ligging van een kerktoon |
Plectrum | Een plectrum is een klein hard voorwerp dat dient om snaarinstrumenten te bespelen. Als de snaren hiermee getokkeld worden geven ze een harder en/of scherper geluid. |
Plié | Een basisbeweging van het ballet, waarbij de knieën worden gebogen. |
Pluritonaal | Muziek die op verschillende toonsoorten is gebaseerd |
podatus | Hetzelfde als pes. Bestaat uit twee noten: een lagere en een hogere. De laagste wordt altijd eerst gezongen |
Polka | Snelle volksdans uit Bohemen in tweedelige maat |
Polo | Spaanse zigeunerdans in driedelige maat |
Polonaise | Poolse dans in driedelige maat |
Polyfonie | Een manier van meerstemmig componeren waarbij de verschillende stemmen (melodieën) zo zelfstandig mogelijk optreden. Er is sprake van een polyfone compositie als verschillende melodieën tegelijk klinken en zich min of meer onafhankelijk van elkaar bewegen. Polyfone stijlen zijn bijvoorbeeld de canon en de fuga |
Polymetriek | Verschillende maatsoorten in een muziekwerk |
Polyritmiek | Verschillende ritmes binnen een muziekwerk |
Polytonaal | Het gelijktijdig voorkomen van verschillende toonsoorten in een compositie |
Pop | Staat voor "populaire muziek". Muziekstijl vanaf de 60'er jaren |
porrectus | Het tegenovergestelde van de torculus: hoog - laag - hoog. |
Port de bras | De armbewegingen van het ballet |
Prefatie | Inleidend gebed (gezang) tot de Canon |
Prelude | Voorspel, ook wel aangeduid als preludium |
Preludium | Voorspel |
Premier danseur | Belangrijkste mannelijke danser van een balletgezelschap |
Presage-lift | Een lift bij de pas de deux, waarbij de mannelijke danser de vrouw hoog boven hem optilt, met gestrekte armen |
Prestant | De belangrijkste pijp van een orgel |
Priem | Officiegebed van het eerste uur |
Prima ballerina | Belangrijkste vrouwelijke danser van een balletgezelschap |
Prima
donna |
Van de 17e tot de 19e eeuw de vrouwelijke hoofdrol in een opera. De prima donna kreeg de moeilijkste, maar tegelijkertijd ook meest aansprekende vrouwenpartij. Haar rol was bijna altijd bestemd voor een sopraan. |
Primo
uomo |
De belangrijkste mannenrol in de Italiaanse opera van de 17e tot de 19e eeuw. De rol van primo uomo werd oorspronkelijk vertolkt door een castraat, maar later steeds vaker door een tenor. |
Principaal | De belangrijkste pijp van een orgel |
Promenade | Bij het ballet soms een onderdeel van de pas de deux. De mannelijke danser loopt om de vrouw been en ondersteunt haar, terwijl zij en pointe een arabesque of een attitude uitvoert |
Proprium | De misgezangen die dagelijks veranderen |
Protus | Eerste modus met finalis op re. Omvat de authentieke eerste en de plagale tweede kerktoon |
Psalm | Gewijde zang op bijbelse teksten |
Psalmodie | Zingend, meestal beurtelings reciteren van psalmen volgens vaste formules gebonden aan de kerktonen |
Psalterium | Boek dat de 150 psalmen van het oude testament bevat |
Punctum | Enkelvoudige noten, die alleen of in combinatie met elkaar of met andere noten gebruikt worden |
Punteado | Het tokkelen met de vingertoppen van de rechterhand op de snaren van een instrument |